Anouk Poiesz-Tijmensma is 28 weken zwanger als ze diabetes type 1 blijkt te hebben. Het is enorm schrikken. Ze heeft geen idee wat deze diagnose precies inhoudt en welke gevolgen het heeft. Inmiddels heeft ze haar weg hierin gevonden.
‘Ik was in verwachting’, vertelt Anouk. Het is 2015 en ze zit net in het derde trimester van haar zwangerschap. ‘Ik voelde me niet lekker, was moe, had ontzettend veel dorst en moest de hele dag naar de wc. Ik ben naar de huisarts gegaan. Daar werd bloed geprikt. Het vermoeden was meteen al dat ik diabetes of zwangerschapsdiabetes zou hebben.’
Diabetes type 1
Anouk wordt doorgestuurd naar het ziekenhuis. ‘Daar bleek ik de chronische ziekte diabetes type 1 te hebben. Ik wist nagenoeg niks over diabetes. Het enige waar ik me druk over maakte was: is dit schadelijk voor mijn baby?’
In eerste instantie is ze bang dat het haar eigen schuld is. ‛Mijn diabetes zorgde al lange tijd voor een hoge bloedsuikerspiegel waardoor ik steeds dorst had en zin in zoet. Ik dronk regelmatig cola en dacht: ik heb dit zelf veroorzaakt.’ Maar inmiddels weet ze wel beter. ‘Aan diabetes type 1 kun je niks doen. Het is dikke vette pech en kan iedereen overkomen.’
Grote risico’s
Bij mensen met diabetes type 1 maakt de alvleesklier geen insuline aan. Glucose wordt hierdoor bij hen niet opgenomen, maar blijft in het bloed. ‘Ik ben er de hele dag mee bezig en moet regelmatig mijn bloedsuikerspiegel checken voordat ik iets onderneem. Bij een hele lage bloedsuikerspiegel loop je het risico op een hypo. Dit is heel naar en gevaarlijk; in het ergste geval raak je uit de tijd. Een te hoge bloedsuikerspiegel – hyper – geeft risico’s voor de lange termijn; complicaties waar ik bang voor ben. Gelukkig heb ik een slimme insulinepomp die mee kan denken en automatisch kan bijsturen. Daardoor is het aantal hypo’s bij mij flinkverminderd. Maar de ziekte is altijd aanwezig, ik moet altijd alert blijven.’