Dierenasiel DOA in Amsterdam is het grootste dierenasiel van Nederland. De honden, katten en konijnen die hier terechtkomen worden volledig opgelapt voordat ze worden gematcht aan een nieuw baasje.
Jaarlijks komen er zo’n 2000 dieren bij DOA terecht, nadat baasjes afstand van ze hebben genomen of hun eigenaar is overleden. Dieren worden op straat gevonden of zijn uit huis geplaatst. De dieren die nergens anders terecht kunnen, komen bij DOA.
Zorgvuldig matchen
Eenmaal in het asiel aangekomen krijgen ze een medische check en worden ze volledig opgelapt. In tegenstelling tot de meeste andere dierenopvangcentra zit alles hier onder één dak: de dierenartspraktijk, de gedragstherapeut, de fysiotherapeut, de trimsalon en de dierenverzorgers.
De medewerkers leren de dieren goed kennen en kunnen ze zorgvuldig matchen aan hun nieuwe eigenaar. Daardoor kent DOA vooral succesverhalen. Een van die succesverhalen is het verhaal van Frank en Frey, vertelt verzorgster Esther Balfoort. “Hun baasje was overleden. Hij was waarschijnlijk al een tijdje ziek waardoor hij niet goed meer voor ze kon zorgen.”
Frank en Frey
Frank is een herdershond. “Hij had een blaasontsteking waardoor hij aan de antibiotica moest. Daarnaast had hij grote plakkaten tandsteen op zijn tanden zitten en een kleine tumor op zijn ooglid.” Ook zijn vriendinnetje Frey heeft medische problemen. “Zij bleek een immens grote blaassteen te hebben waardoor ze letterlijk niet meer kon plassen. Haar gebit was ontstoken en haar vacht vervilt.”
De dieren krijgen de zorg die ze nodig hebben. “Daar moesten ze even van bijkomen, maar daarna ging het een stuk beter.” Er wordt gezocht naar nieuwe baasje. “Die was best lastig te vinden, want ze waren zo aan elkaar gehecht. We wilde ze heel graag samen plaatsen.” Maar de zoektocht is succesvol. “We krijgen regelmatig foto’s. Het gaat erg goed. Het is fijn dat we zulke diertjes kunnen helpen. Dat maakt je dankbaar.”
Gedragstherapeut
Nieuwe baasjes krijgen goede begeleiding. “Negen van de tien keer gaat het goed, maar het kan zijn dat er meer begeleiding nodig blijkt te zijn. Mensen kunnen ons dan opbellen. We zeggen altijd: stel liever een vraag te veel dan een te weinig. Soms is advies van een de verzorgers voldoende, soms komt de gedragstherapeut eraan te pas. Dan houdt het baasje bijvoorbeeld een dagboek bij. We kunnen het dier hier trainen of de gedragstherapeut komt langs voor een huisbezoek.”
Met de juiste zorg, kan veel leed voorkomen worden. Het advies van Esther: “Denk goed na voordat je een huisdier neemt. Heb je de tijd, ruimte en het geld om langere tijd voor je nieuwe huisgenoot te zorgen. Je hebt hem of haar niet voor even, maar voor het leven.”