Maik van den Berg (40) kreeg op zijn 23e plotseling last van dunner wordend haar. De diagnose luidde alopecia androgenetica, oftewel: erfelijk haarverlies. Hij kreeg medicijnen om het proces te remmen, maar stopte daar mee en ging op zoek naar een duurzame oplossing. Inmiddels heeft hij een vollere bos haar dan destijds én is hij expert op het gebied van haar.
‘Ik heb een tijdje medicijnen gebruikt’, vertelt Maik, oprichter van Neofollics. ‘Maar de bijwerkingen waren dusdanig dat ik die niet permanent wilde gebruiken, dus ben ik op zoek gegaan naar een betere oplossing. Ik was ervan overtuigd dat er iets aan te doen was.’
Complex probleem
De afgelopen jaren las hij alles wat hij over dit onderwerp kon vinden, sprak hij mensen met allerlei haarproblemen en probeerde hij eindeloos veel producten uit. Met een team van experts is vervolgens een nieuwe generatie producten ontwikkeld. ‘Haaruitval is een complex probleem. Er zijn veel factoren die de haargroei beïnvloeden, bevorderen en afremmen. Door naar alle aspecten te kijken en consequent de juiste producten te gebruiken is mijn haar nu beter dan het destijds was.’ Met dat verhaal wil hij anderen inspireren. ‘Je moet geen wonderen verwachten: kale mensen krijgen echt niet ineens al hun haar terug, maar je kunt je haargroei wel weer stabiel en onder controle krijgen.’
‘Je kunt je haargroei weer stabiel en onder controle krijgen’
Wees er snel bij
Heb jij haar- of hoofdhuidproblemen? Dan kan dit allerlei oorzaken hebben: een tekort aan voedingsstoffen of stress, het kan hormonaal zijn of erfelijk. ‘Blijf er niet te lang mee rondlopen en doe hier onderzoek naar. Hoe eerder je erbij bent, hoe groter de kans op resultaat is.’ Breng een bezoek aan een huisarts, lees je in en probeer verschillende producten uit. ‘Heb geduld en wees consequent. Het is belangrijk om een routine op te bouwen. Om echt te kunnen bepalen of haargroeiproducten helpen, moet je deze zeker drie tot zes maanden gebruiken. Maar je mag als consument absoluut kritisch zijn.’ Ten slotte adviseert hij om het onderwerp bespreekbaar te maken. ‘Haar- en hoofdhuidproblemen zitten nog altijd in de taboesfeer. Erover praten kan opluchten en bijdragen aan een stukje acceptatie.’