Toen Floris zestien was, viel het hem op dat er bijna geen Griekse extra vierge olijfolie te koop was in Nederlandse winkels. ‘Als het er al was, betaalde je er een godsvermogen voor’, vertelt hij. Dat zette hem aan het denken: wat zat er in die veel goedkopere flessen in de supermarkt? ‘De goedkope extra vierge olijfolie bevat vaak olie die is aangelengd of gemengd met bulk uit meerdere landen en van verschillende jaren.’
Kwaliteit boven alles
Op zijn achttiende verhuisde Floris vanuit Velp naar Amsterdam om te studeren. Zijn hart ligt in de hoofdstad, maar ook op Kreta. Daar ontmoette zijn moeder jaren eerder George Gkazas met wie ze trouwt. George liet Floris kennismaken met de pure smaak van versgeperste olijfolie. ‘Die geur van dat grasgroene spul, zo puur en fris, dat is het mooiste wat er is’, zegt Floris. Als student begon Floris vaten olijfolie mee naar Nederland te nemen, goot ze in wijnflessen en deelde ze uit aan vrienden op verjaardagen. Iedereen was laaiend enthousiast. Zo ontstond de missie van Floris: écht goede olijfolie moest voor iedereen toegankelijk zijn. Gkazas werkt inmiddels met zo’n vijftig boeren op Kreta. De olie wordt alleen ingekocht als deze organoleptisch – geproefd en beoordeeld op geur, kleur en smaak – is goedgekeurd. ‘Olijfolie houdt niet van licht, lucht en warmte’, legt Floris uit. ‘Alles draait om de kwaliteit van de olijf op het moment van persen.’