Als je aan zwerfdieren denkt, dan denk je misschien aan landen als Roemenië, waar veel honden op straat leven, of Griekenland, waar vooral veel zwerfkatten rondlopen. Zwerfhonden hebben we in Nederland niet, maar zwerfkatten wel. Vaak gaat
het om verwilderde huiskatten die zijn weggelopen, verdwaald of gevlucht. Deze katten zijn vaak niet gesteriliseerd of gecastreerd, waardoor de kans op kittens groot is, en het probleem in stand wordt gehouden.
Gedumpt, verwaarloosd, mishandeld
Het leven van zwerfkatten is zwaar. “Ze zijn vaak uitgehongerd en ziek,” schrijft de Dierenbescherming op de website. “Sommigen zijn zwaar toegetakeld in gevechten met soortgenoten of honden. Of ze lopen zware verwondingen op door aanrijdingen. Moederpoezen zijn totaal uitgeput van de nestjes die ze keer op keer krijgen.”
Soms worden zwerfkatten afgeschoten, soms belanden ze in een opvang of dierenasiel tussen de honden, katten, cavia’s en konijnen. In de opvang heeft elk dier zijn eigen verhaal: een baasje dat is overleden, een eigenaar die – om wat voor reden dan ook – niet meer voor het dier kan zorgen, dumping, verwaarlozing, mishandeling. Het ene lot is nog schrijnender dan het ander.


