Armoede is – door de hoge prijzen en lage koopkracht – actueler dan ooit. Veel gezinnen moeten creatief zijn om alles te kunnen blijven doen. En niet iedereen lukt dat. Met alle gevolgen van dien, vertelt Ellen Donkers, projectleider kansen voor alle kinderen bij het Nederlands Jeugdinstituut (NJi).
“Voor kinderen betekent het dat ze niet mee kunnen doen met dingen die vanzelfsprekend lijken. Ze kunnen bijvoorbeeld niet naar een sportclub of op muziekles, omdat daar geen geld voor is. Bepaalde spullen hebben ze niet, omdat hun ouders dat niet kunnen betalen.”
Geldstress
De impact daarvan is groot. “Kinderen kunnen zich buitengesloten voelen, doordat ze geen feestje kunnen geven of geen geld hebben voor een kerstjurk. Het levert ouders veel stress op. Kinderen krijgen die stress mee. Dat kan invloed hebben op hun hersenontwikkeling en dan met name op de gebieden die gaan over plannen, vooruitkijken en emoties. Dat betekent dat ze soms minder goed na kunnen denken over de lange termijn, minder goed kunnen plannen en hun emoties minder goed kunnen reguleren.” Al is dat lang niet altijd het geval. “De verschillen in armoede zijn groot. Niet in elk gezin heeft armoede per definitie vervelende gevolgen.”
‘Je kunt de armoede in een ander gezin niet oplossen, maar je kunt wel helpen’
Maak armoede bespreekbaar
Het is belangrijk om armoede bespreekbaar te maken. “Praten kan opluchten.” Maar wat zeg je dan? “Als je het niet breed hebt, kun je zeggen: ‘De boodschappen zijn duur geworden, vind je niet?’. Zo open je het gesprek. Als je vermoedt dat iemand anders het zwaar heeft kun je ook de actualiteit gebruiken en vragen of diegene het nog financieel redt.” Bied, als dat kan, een helpende hand. “Je kunt de armoede in een ander gezin niet oplossen, maar je kunt wel helpen door er oog voor te hebben. Bijvoorbeeld door de kinderen van een ander mee te vragen tijdens een uitje in de kerstvakantie