Het moment dat je kind een eigen telefoon krijgt, is meestal een feestje. Ze kunnen eindelijk zelfstandig bellen, appen en spelletjes downloaden. Maar voor ouders is het vaak zoeken: hoe maak je je kroost wegwijs met dit apparaat dat zowel voordelen als gevaren kent?
“Uit onderzoek blijkt dat de meeste kinderen een jaar of negen zijn als ze voor het eerst een smartphone krijgen”, zegt Gerard Spierenburg van de Consumentenbond. “Als ze op de middelbare school zitten, hebben ze er vrijwel allemaal een.” Het is nieuw en iets waarmee kinderen moeten leren omgaan. “Ze moeten leren dat een telefoon geld kost. Je moet zuinig met je toestel omgaan en het niet zomaar laten slingeren. Maar ook als je veel belt en data verbruikt kost het geld.”
TikTok, Snapchat, Instagram
De meesten downloaden apps als TikTok, Snapchat en Instagram. “Het is belangrijk om kinderen te leren wat de gevaren zijn. Welke foto’s en filmpjes kun je wel en welke kun je beter niet delen? Ik zou het versturen van naaktfoto’s via WhatsApp bijvoorbeeld ten alle tijden afraden. Het lijkt misschien leuk als ze een vriendje of vriendinnetje hebben, maar als het misgaat, kan je dit niet terugdraaien. Ook is het belangrijk om scherp te zijn op pesten. Wordt er gepest? Dan zou het mooi zijn als ze dit bespreekbaar maken.”
‘Het is belangrijk om kinderen te leren wat de gevaren zijn’
Ga het gesprek aan
Ga het gesprek met je kinderen aan en maak afspraken. “Welke apps mogen ze wel en welke mogen ze niet gebruiken? Is er een schermtijd waar ze zich aan dienen te houden? En je kunt afspreken dat ze op hun sociale media alleen mensen toestaan die ze persoonlijk kennen.” Gerard adviseert: “Natuurlijk heeft je kind recht op privacy, maar toch zou ik in het begin mee kijken. Mijn advies is om mee te bewegen met de groei van je kind.” Je kunt ervoor kiezen om de smartphone van je kind een ‘kinderaccount’ te geven. “Zo krijgt de telefoon veiligere instellingen. Ook kun je de schermtijd beperken en kun je in noodsituaties de locatie van je kind zien. Zo geef je ze verantwoordelijkheid, terwijl je toch meekijkt.”