De Gezondheidsraad adviseert voor kinderen en jongeren van 4 tot en
met 17 jaar tenminste een uur ‘matig intensieve lichamelijke activiteit’ per dag, en minimaal drie keer per week spier- en botversterkende activiteiten. In 2024 voldeed 61,5 % van de kinderen aan die beweegrichtlijn, bij jongeren van 12 tot 16 jaar was dat nog maar 43,1 %.
Buitenspelen en ontwikkeling
Bewegen is belangrijk – en daar valt ook beweging in de vorm van buitenspelen onder. Volgens het Nederlands Jeugdinstituut (NJI) speelt buitenspelen een grote rol in de ontwikkeling van kinderen. Zo is het goed voor hun motoriek, leert het ze sociale vaardigheden zoals samenwerken en vergroot het de zelfstandigheid. Omdat buiten bewegen het bloed beter laat stromen, raken de hersenen beter doorbloed en verbetert het het concentratievermogen. Net zo belangrijk: het werkt ontspannend en kinderen worden er blij van.
Van een afstandje
Het is logisch dat je je kind wilt beschermen tegen gevaar. Toch is het slim om als ouder soms bewust wat afstand te nemen bij het buitenspelen. Laat je kind lekker zijn of haar gang gaan met andere kinderen, juist dát is leerzaam. Ze ontdekken daardoor onder andere hoe ze zelf hun plekje in een groep kunnen vinden en worden er weerbaarder van.